

Jane Huldman: ‘Er is een wezenlijk verschil tussen een prijs en een subsidie’
“Piket is een feestje,” zegt Jane Huldman. “Het is zo leuk om te mogen uitdelen in plaats van te moeten aanvragen.” Huldman kan het weten; ze was meer dan dertig jaar verbonden aan het Haagse kunstcentrum STROOM en is nu, na haar pensionering, nog steeds heel actief in het Haagse kunstenveld, als adviseur en bestuurslid van diverse instellingen. Het gegeven dat een prijs en een subsidie twee verschillende dingen zijn, vormt een rode draad in het gesprek.
Wezenlijk verschil
“Het is zó goed, een prijs die heel specifiek gericht is op jong talent, zodat je ze echt een boost kunt geven, ze kunt ondersteunen in hun verdere ontwikkeling. Zo’n prijs is ook een teken van erkenning en waardering in een wereld van veel concurrentie. En Piket heeft voortreffelijk samengestelde jury’s die niet alleen weten te scouten en hun keuzes weten te maken, maar die keuzes ook kunnen motiveren.” Huldman benadrukt dat er een wezenlijk verschil is tussen een prijs en een subsidie. “In het geval van een subsidie moet je een project realiseren, precies zoals je het had gedacht, en er verantwoording over afleggen. Dan is er nauwelijks ruimte voor mislukken, voor experiment. Je moet, bij wijze van spreken, het resultaat al kunnen voorspellen voordat het proces goed en wel begonnen is. De subsidiewereld is een wereld van hokjes en afvinken. De vakjury’s van Piket zijn juist breed geïnteresseerd en staan open voor uitingen die de grenzen van kunstdisciplines overschrijden. Een prijs winnen kan bij iemand iets losmaken, iets naar boven brengen dat latent was, gewoon, omdat er ineens wél mogelijkheden zijn.”
Steentje in het water
“In Den Haag hebben we weliswaar de neiging om te mopperen,” zegt Huldman, “maar we hebben hier een sterke culturele gemeenschap en dat komt omdat er een oprechte wil tot samenwerking is. Een kunstenaar die in Den Haag hulp zoekt, vindt eigenlijk altijd iemand.” Onlangs was Huldman aanwezig op de Haagse Cultuur Top, een initiatief van het Haags Cultuuroverleg. “Er namen mensen deel uit alle gelederen van het culturele veld,” legt Huldman uit, “maar er waren bijvoorbeeld ook deelnemers uit het bankwezen en de woningbouwcorporaties. Dat toont die bereidheid om samen te werken en daarbij verder te kijken dan de meest voor de hand liggende partijen.” Volgens Huldman gaat het simpelweg om mensen die anderen iets gunnen, om mensen die deuren willen openen. Dat kan op allerlei niveaus, van gratis een ruimte beschikbaar stellen voor een workshop, via het uitlenen van apparatuur of elkaar helpen met het realiseren van een activiteit, tot het toekennen van een prijs. Zo’n gebaar, ook het kleinste, kan enorm veel betekenis hebben – het effect van de rimpelingen die ontstaan door een steentje in het water.
Overrompeld
Huldman is onder andere actief als bestuurslid van broedplaats DCR en kunstplatform Billytown. En, ja, ook als lid van het bestuur van de Piket Kunstprijzen. Maar aangezien aan de Piket Juryprijs geen geldbedrag verbonden is, konden Huldmans medebestuursleden zich wel verenigen met de keuze van de jury. Het viel echter niet mee om de toekenning tot aan de prijsuitreiking voor Huldman geheim te houden. Toch zijn het bestuur en de leden van Team Piket daar wonderwel in geslaagd. Huldman was volkomen overrompeld; ze had de prijs totaal niet verwacht. “Ik was verbijsterd, ook al omdat ik vind dat er aardig wat mensen in Den Haag zijn die dit verdienen. Het was dus een beetje een dubbel gevoel, maar ik was ook echt heel erg vereerd.” In haar rapport omschreef de jury Huldman als “de goede fee van de Haagse hedendaagse kunst en cultuur; iemand die kunstenaars het gevoel gaf naast hen te staan.”
‘A hell of a job’
De Raad van Cultuur heeft minister Eppo Bruins onlangs met klem geadviseerd de duur van rijkssubsidies te verlengen van vier naar acht jaar. Het zou de culturele sector een miljoenenbesparing aan arbeidstijd opleveren, veel ademruimte geven, en daarnaast een grotere continuïteit garanderen waardoor de sector interessanter wordt voor private investeerders. Gevraagd naar haar mening over dit advies zegt Huldman: “Ik denk dat het heel goed zou zijn het aantal jaren te herzien. Zo’n aanvraag is echt a hell of a job, al die menskracht en tijd die daarin gaat zitten… en je weet dan nog helemaal niet zeker of je die subsidie ook krijgt. Maar ik zou aan de verlenging willen verbinden dat de afvallende partijen dan geen acht jaar hoeven te wachten voor ze weer een aanvraag mogen indienen. De Raad van Cultuur bestaat uit professionele, kundige mensen en ik denk dat ze daar wel over na hebben gedacht.”
Huldman is zich zeer bewust van de gevoelens van moedeloosheid en weerzin die ‘het subsidiecircus’ oproept. “Ik zou willen dat het anders was. Het is natuurlijk niet bepaald stimulerend dat mensen zich door het subsidiecircus geremd voelen En bovendien: het gaat vaak niet om één aanvraag, want een van de voorwaarden is dat je ook elders een of meerdere aanvullende aanvragen hebt gedaan en het is daarnaast altijd verstandig om niet op één paard te wedden. Maar het moet ook meer zijn dan zomaar een loket. De vraag wat jouw project betekent voor je stad of je omgeving, je persoonlijke artistieke ontwikkeling, en voor de samenleving is ook van belang.” Vooralsnog is het wat het is, dus wat als je niet in een van de hokjes past of wanneer je echt niet weet wat jouw idee gaat opleveren, maar het gewoon wilt proberen? Nee, een prijs is echt heel wat anders dan een subsidie.
Foto: Dana Lamonda