Terug naar overzicht

26 mei 2021 | Nieuws

Jurylid Suzanne Swarts zwaait af

Suzanne Swarts, directeur van Museum Voorlinden, trad in 2017 toe tot de jury van de Piket Kunstprijzen als opvolgster van Edwin Buijsen. Dit jaar neemt ze afscheid: “Er is zoveel feestelijks aan Piket.”

Suzanne kijkt met enorm veel plezier terug op haar jurylidmaatschap. “Het is een hele mooie aanleiding om je intensief bezig te houden met wat er zoal op kunstgebied in het Haagse gebeurt”, zegt ze. “Vooral als je dat ook nog eens concreet kunt maken met nominaties en het uitreiken van een prijs.” Het jurylidmaatschap heeft haar zeker verrijkt. “Het leukste vond ik de ontmoetingen, niet alleen die met onze jonge kunstenaars, maar ook die met de andere juryleden. De blik van de andere disciplines, kijken met de ogen van een ander. En er is ook zoveel feestelijks aan Piket.”

Vanuit twee richtingen

Suzanne heeft als jurylid samengewerkt met Maarten Demmink (alias Demiak), die in 2020 afzwaaide, waarna zijn plaats werd ingenomen door Joncquil de Vries. Maarten en Joncquil zijn beiden beeldend kunstenaar. Goede matches, allebei, aldus Suzanne. “Zowel voor Maarten als voor Joncquil geldt dat we op een plezierige manier aan elkaar gewaagd zijn.” De combinatie van een kunstenaar en iemand uit de museumwereld werkt ook heel goed, vindt ze. “Je bekijkt het op die manier vanuit twee richtingen. Naast de blik van de mede-kunstenaar op het proces, is er die van de museumpersoon die meer let op het resultaat. Heeft het potentie? Is het levensvatbaar?”

De coronamaatregelen maakten het verkennen van het terrein wel wat lastiger doordat verschillende tentoonstellingen werden afgelast of langdurig uitgesteld. “Maar we hebben toch iedereen die we wilden zien, kunnen bezoeken en bevragen”, zegt Suzanne. Ze denkt dat het grotendeels wegvallen van het theaterseizoen voor de juryleden van de categorieën Dans en Toneel best ingrijpend is geweest. “Voor ons als juryleden Schilderkunst lag dat anders. Beeldend kunstenaars scheppen immers toch wel door”, zegt ze. “Ik heb corona daardoor niet echt als een breuk in het selectieproces ervaren.”

‘Wat wil je dat je werk teweegbrengt?’

Bij de bezoeken aan de ateliers van potentiële genomineerden was voor Suzanne één vraag altijd cruciaal: ‘Wat wil je dat je werk teweegbrengt?’
“Je kunt als kunstenaar heel goed iets maken zonder dat je al precies weet waarom je doet wat je doet”, legt Suzanne uit, “maar als het af is, moet het werk de wereld in. Waarom gebruik je beeldende middelen? Wat wil je daarmee bereiken? Wat wil je teweegbrengen bij de ontvanger? Welke vragen stel je jezelf? Voor mij is dat zelfbewustzijn een belangrijk criterium.” Ze ziet overigens ook dat jonge kunstenaars steeds beter beseffen dat je moet zorgen dat je antwoorden hebt en dat je zichtbaar bent. “Meer dan vroeger betekent kunstenaarschap ook ondernemerschap. En jonge kunstenaars weten dat ze de boer op moeten. Ze zijn in dat opzicht mondiger en handiger, ze kennen de platforms en weten hun weg vaak goed te vinden.”

Zelfdiscipline

Suzanne wijst erop dat beeldend kunstenaars, meer dan podiumkunstenaars, op zichzelf zijn aangewezen. Ze missen de context die een gezelschap biedt, ze hebben geen dagelijkse training, geen repetities waarvoor hun aanwezigheid vereist is. “Je hebt meer zelfdiscipline nodig om jezelf aan de gang te houden”, zegt ze. Ze is ervan overtuigd dat goed voor je netwerk zorgen een onderdeel van die zelfdiscipline moet zijn. “Onderhoud je relaties, laat mensen weten wat je doet, houd contacten warm. Dat is echt iets dat ik jonge kunstenaars zou willen meegeven. Je kunt je onderscheiden door daarin op te vallen.” Terugkijkend op haar jurylidmaatschap stelt ze vast: “Er is heel veel talent, maar de belofte ligt juist in de combinatie van talent, doorzettingsvermogen en discipline.”

Tekst: Anna Beerens
Foto Hessel Waalewijn