Terug naar overzicht

28 januari 2020 | Nieuws

‘Piket Kunstprijzen blijft alle genomineerden koesteren’

Marjolein de Jong, die het afgelopen jaar de functie van juryvoorzitter bekleedde, vond het een bijzondere ervaring. Ze was onder de indruk van de deskundigheid van de juryleden en de zorgvuldigheid waarmee zij hun afwegingen maakten. Het heeft haar een andere blik gegeven. “Ik kijk er als ‘gebruiker van kunst’ nu toch anders naar.”

In haar positie van wethouder van cultuur heeft De Jong op velerlei manieren met de Haagse kunstwereld te maken gehad. “Maar dan ben je bezig met zaken als beleidsplannen en subsidies”, zegt ze. “Bij de jury van de Piket Kunstprijzen gaat het niet om beleid, maar om wat maakt dat iemand de moeite waard is. Als je heel direct betrokken bent bij een kunstinstelling, moet je echt geïnspireerd worden door je makers.” Lachend voegt ze er aan toe: “Het leek me ineens heel leuk om directeur van zo’n kunstinstelling te zijn.”

 

Een goed verhaal

 

“Het is belangrijk dat je als kunstenaar nadenkt over wat je doet en een goed verhaal hebt”, benadrukt de Jong, zoals ze ook al deed tijdens de uitreiking van de Piket Kunstprijzen op 25 november van het vorig jaar. “Ondanks alle goede bedoelingen zal het echt niet altijd iedereen meteen duidelijk zijn wat je aan het doen bent. Bovendien zijn er nog steeds veel mensen die niet weten waarom er nou geld naar kunst moet. Uitleg, toelichting, kan dan een enorm verschil maken, bij een ontmoeting van verschillende culturen bijvoorbeeld. Het zou goed zijn wanneer er tijdens de opleiding ook aandacht wordt gegeven aan hoe je jezelf als kunstenaar moet presenteren”, zegt De Jong. “De een kan zoiets nou eenmaal beter dan de ander. Maar je doet jezelf tekort wanneer je alleen maar stilletjes driehoog-achter iets moois zit te maken en niemand weet ervan. Vaak is juist die wisselwerking tussen je verhaal en je werk van belang.”


De winnaars en genomineerden van 2019, de jury en het bestuur van de Piket Kunstprijzen. Foto: Janneke van Beek

Over de drempel

 

Den Haag heeft, volgens de Jong, op kunstgebied veel te bieden. “We hebben hier in Den Haag om te beginnen het beste dansgezelschap van Nederland. En wat het Nationale Theater hier doet is natuurlijk ook geweldig.” Het onderwijs- en cultuurcomplex dat vanaf 2021 het Residentie Orkest, het Nederlands Dans Theater en het Koninklijk Conservatorium onderdak zal bieden, gaat volgens De Jong veel betekenen voor Den Haag. “Het conservatorium staat nu eigenlijk toch een beetje met z’n rug naar de stad. En voor de Kunstacademie geldt dat in feite ook. De studenten vertrokken dan ook vaak zodra ze waren afgestudeerd.” Wat het nieuwe cultuurcomplex aan het Spui voor De Jong zo uniek maakt, is de combinatie van muziektheater op topniveau en opleiding in één gebouw. “En er komt horeca, zodat je er ook gewoon binnen kunt lopen voor een kop koffie. Iedereen moet er zich thuis kunnen voelen, zonder dat er concessies worden gedaan aan de kwaliteit.” De Jong heeft het altijd belangrijk gevonden om mensen over de drempel te trekken, bijvoorbeeld door middelbare scholen te stimuleren hun eindejaarsvoorstelling in een ‘echt theater’ te organiseren. “Als je er eenmaal binnen bent, zie je vanzelf dat het niet ‘eng’ is.” Ze hoopt dat het nieuwe complex ook zo’n rol gaat spelen.

Marjolein de Jong (rechts) na de uitreiking van de Piket Juryprijs. Foto: Janneke van Beek

Het tweede lustrum

 

Of de Piket Kunstprijzen echt al een begrip zijn in Den Haag? De Jong vindt het nog een beetje vroeg om daar een uitspraak over te doen. “De kunstenaars weten ervan en dat is al heel belangrijk.” In 2018 beleefden de Piket Kunstprijzen hun eerste lustrum. Het lijkt De Jong wel een idee om bij gelegenheid van het tienjarig bestaan met de oud-genomineerden en winnaars een mooi gevarieerd avondvullend theaterprogramma te maken. De Stichting blijft alle genomineerden immers koesteren. “Hoe dan ook”, zegt ze vrolijk, “dit jaar ben ik er op de laatste maandag van november zeker weer bij, al is het dan niet op het podium.”

Tekst: Anna Beerens, foto: Hessel Waalewijn